Ga je op drumles, dan zul je gaan spelen op een drumstel. Een drumstel is een verzameling trommels en bekkens, waarschijnlijk wel bekend voor iedereen. Drummers spelen ‘lichte muziek’ zoals pop, rock, country, jazz, blues, funk en fusion. Als je gaat drummen moet je allebei je armen en benen tegelijkertijd gebruiken. Je zult vooral bezig zijn met het leren van verschillende stijlen, drumritmes en ‘fills’ (variaties). Ook is er aandacht voor zogenaamde ‘rudiments’. Rudiments zijn belangrijke basisslagen of technieken die iedere drummer, slagwerker of percussionist leert. Voor een drummer zijn dat bijvoorbeeld roffels, paradiddles, single strokes en double strokes. Deze techniekoefeningen zul je vaak op de snaredrum oefenen en later leren toepassen op het hele drumstel. Als drummer is het niet noodzakelijk om muzieknotatie te kunnen lezen, maar het wordt wel sterk aangeraden.

Slagwerk

Slagwerkers zijn veel meer gericht op klassieke muziek. Ze zitten niet achter een drumstel, maar kunnen wel heel veel verschillende instrumenten bespelen. Als slagwerker zul je leren spelen op bijvoorbeeld de kleine trom (snaredrum), de grote trom, pauken, tamboerijn, castagnetten, woodblock en triangel. Slagwerkers krijgen daarnaast vaak ook nog les op melodische percussie-instrumenten zoals de xylofoon, marimba of vibrafoon. Symfonie-orkesten, harmonieën, fanfares, brassbands en veel andere vormen van orkesten hebben vaak slagwerkers. Deze zie je dan helemaal achteraan het orkest zitten en ze moeten in één muziekstuk soms wel vijf verschillende instrumenten bespelen. Dat is best een uitdaging! Ga je op slagwerkles, dan is de kleine trom het instrument waar je zeker in het eerste jaar vooral mee bezig zult zijn. Je leert net als bij drumles ook de basistechnieken (rudiments). Er wordt meer nadruk gelegd op het lezen van muzieknotatie en theorie. Als slagwerker is het bespelen van het drumstel maar een klein onderdeel van de lessen.

Percussie

Percussionisten hebben veel overeenkomsten met slagwerkers. Eigenlijk kun je ze zien als slagwerkers, alleen spelen ze geen klassieke muziek, maar zitten ze net als drummers meer aan de lichte muziek kant. Percussionisten spelen bijvoorbeeld salsa, samba, bossa-nova, pop, rock, country en jazz. Als je percussie wil gaan spelen dan krijg je lessen op bijvoorbeeld de cajon, bongo, conga, djembé, timbales, shakers, cowbell en tamboerijn. Meestal speelt een percussionist samen met een drummer. Samen met de bassist vormen ze de ritmesectie. Muzieknotatie is minder belangrijk voor percussionisten, maar het is wel sterk aan te raden om een goede basiskennis er van te hebben. Vaak heeft een percussionist genoeg aan een zogenaamd vormschema. Een vormschema is een globaal overzicht van de structuur van een nummer. Bijvoorbeeld de volgorde van couplet, refrein enzovoorts. Percussionisten spelen meestal ritmische percussie-instrumenten, maar tegenwoordig zie je ook veel percussionisten die melodische slagwerkinstrumenten zoals vibrafoon en marimba kunnen spelen. En wat steeds populairder wordt en ook onder percussie valt zijn tongue drums, steeldrums en handpans. Als percussionist leer je ook rudiments die je kunt toepassen op allerlei instrumenten.

Conclusie

Zoals je ziet zijn er zeker overeenkomsten maar er zijn ook allerlei verschillen. Een drummer is geen percussionist, en een percussionist kan niet zomaar achter een drumstel gaan zitten en de sterren van de hemel spelen. De term ‘slagwerker’ is eigenlijk nog wel de meest geschikte verzamelnaam voor drummers, percussionisten en slagwerkers – al vind ik zelf de term slagwerk meer bij klassieke stijlen horen. Als je drummer bent verwachten mensen vaak dat je ook moeiteloos cajon ritmes of klassieke snaredrum-etudes kunt spelen, maar het is goed om te beseffen dat het echt drie afzonderlijke werelden zijn met elk hun expertise. Wil je van alles wat leren, dan kun je dit natuurlijk overleggen met je docent!