De oorsprong van de Cajón

Een cajón (spreek uit als “kachón”) is een handtrommel met een slagvlak van hout en komt oorspronkelijk uit Peru, waar men dit instrument veel gebruikt als begeleidingsinstrument voor dansen als de tondero, de zamacueca en de Peruaanse wals. De cajón is ooit uit armoede ontstaan. Tijdens de lange overtocht naar (Zuid-)Amerika waren meestal geen muziekinstrumenten aan boord, maar wel – al dan niet lege – kisten. Het Spaanse woord voor cajón is namelijk kist. Daar gebruikt men ze als percussie-instrumenten, waaruit uiteindelijk de cajón ontstond.

De cajón is op verschillende manieren te bespelen, waardoor er een combinatie mogelijk is met de elementen van een slagwerk (bass, snare en hihat). Binnen in de veelal rechthoekige holle kast zijn tegen de voorkant rieten geplakt, die zo gemonteerd zijn dat zij kunnen rammelen. Bij de duurdere kasten spant men hier metalen snaren. Hierdoor wordt het “snare“-geluid van een traditionele snaredrum gecreëerd. Ook wordt er vaak een bosje met lichtmetalen belletjes aan de binnenkant gespannen. Aan de achterkant van de cajón bevindt zich een rond gat voor de akoestiek. Een cajónspeler zit op zijn instrument en bespeelt dit met beide handen, en soms zelfs met de hakken.

In de jaren 70 werd de cajón als ritme-instrument in Spanje geïntroduceerd door Manuel Soler, destijds percussionist bij de groep van de gitarist Paco de Lucía Lees hier meer over de flamenco gitaar. Ook het muzikale duo Ibeyi maakt gebruik van het instrument.

Het is een instrument met onbepaalde toonhoogte, net als bijvoorbeeld de djembé. Bekende bespelers van het instrument zijn: El Pirana, Cepillio.

Cajón kopen of huren

Naast muzieklessen bieden we ook instrumenten aan. Zowel verkoop als huur. Klik hier voor de percussie instrumenten